Voorproefje van Godin bij vergissing, van P.C. Cast

Het eerste boek in de Partholon-trilogie

Al heeft Shannon Parker als lerares Engels voor heel wat hete vuren gestaan, zelfs voor haar is het wat bizar om eerst op mysterieuze wijze te worden aangetrokken door een Keltische pot, dan met haar auto in een heftige storm verzeild te raken en door haar spiegelbeeld een vuurbal in gelokt te worden, om uiteindelijk geradbraakt wakker te worden in een andere wereld.

'Vergeef me, my Lady. U moet wakker worden.'

Nee, ik heb gebeld om een invaller te laten komen. Dit moet een verschrikkelijke droom zijn. Misschien lukt het me terug te keren naar dromenland als ik mijn ogen maar hard genoeg dichtknijp en me concentreer op een fantasie met Hugh Jackman als mijn liefdesslaaf.

Toen maakte ik de fout om te slikken.

Shit. Mijn keel deed gruwelijk... shit. O... dat was waar ook. Het kon wel eens zijn dat ik dood was. En mijn ogen vlogen open.

De langharige Suzanna werd geflankeerd door twee nimfjes/verpleegsters. Eén van hen had iets doorschijnends over haar mooie en heel blote armen gedrapeerd hangen. De andere droeg kammen, borstels en een prachtig gouden kroontje (of misschien was het meer een diadeem). Hm... Zo erg kon de hel niet zijn, als ze er sieraden hadden.

'My Lady, uw vaders bode is net gekomen om aan te kondigen dat de proclamaties zijn opgehangen en dat uw verloofde u hier komt ontmoeten om de handbindceremonie af te ronden.'

Mijn wat?

'Vandaag. Alstublieft, we moeten u klaarmaken.'

Ik kon alleen maar met mijn ogen knipperen. Waar had ze het over? Mijn verloofde? Ik was niet eens aan het daten! De laatste kerel met wie ik uit was geweest, had ik halverwege onze blind date de laan uit gestuurd. (Memo aan mezelf: ga nooit, nóóit meer op een blind date.)

Suzanna leek even te aarzelen. 'Meesteres, bent u nog altijd niet in staat te praten?'

'Meesssss, eh...' Waar sloeg al die meesteres- en my Lady-onzin op?

Het zachte gerasp van mijn stem, alsof ik een buidelrat in mijn keel had, was duidelijk antwoord genoeg. Ik merkte dat de nimfjes bij het geluid van mijn gruwelijk rauwe stem in een lieftallige staat van paniek schoten. Suz reageerde nijdig. Ze greep de nimfjes bruusk het doorschijnende gewaad, de kammen en de sieraden uit handen.

'Jullie kunnen gaan.' (Tjonge, wat klonk ze streng - en dat maakte de vreemde, haast muzikale cadans van haar stem alleen maar sterker.) 'Ik zorg voor onze meesteres.'

Ze gingen er met opgeluchte blikken vandoor. Blijkbaar maakten ze verpleegsters niet meer zoals vroeger.

'Hier, my Lady, leun op mijn arm, dan breng ik u naar het bad.'

Je zou verwachten dat overeind komen en een stukje lopen om een (hoognodig) bad te nemen niet zo'n zware taak was, en als de kamer nu eens was opgehouden met bewegen, was het dat misschien ook niet geweest. 'Uuuuhhh...' Ik bewoog me strompelend vooruit als een van de oude heksen uit de eerste akte van Macbeth - god mocht weten dat mijn haar verward genoeg aanvoelde om er ook zo uit te zien.

'Goed zo, my Lady. Kom, nog maar een paar stappen.'

We liepen door een schemerig verlichte gang. Toen ik opkeek, zag ik dat het licht zo schemerig was omdat... welja, omdat (en ik bleef er pardoes van stilstaan) het afkomstig was van open fakkels, die in smeedijzeren houders hingen. Ik had gestudeerd, zo makkelijk was ik niet voor de gek te houden. Open fakkels hoorden niet thuis in een ziekenhuis! En verdorie nog aan toe, ik was zeker niet verlóófd!

'My Lady, moet u even uitrusten?'

Wat was er met Suzanna gebeurd? Was, terwijl ik knock-out lag, de prozac uit de productie genomen en was ze daarom in een of andere soort tragische, middeleeuwse hysterie verzonken? Een van haar armen was al door de mijne gehaakt, dus het lukte zonder moeite om haar andere hand vast te grijpen. Ik dwong haar om naar me toe te draaien en me recht in de ogen te kijken. Zonder me te overhaasten en nadat ik een paar keer had geslikt in een poging die buidelrat uit mijn keel te verdrijven, keek ik haar aan en zei langzaam en vastberaden: 'Wat is er gebeurd?'

Nog steeds probeerde ze haar blik af te wenden, maar ik gaf even een kneepje in haar handen, waarna haar ogen zich weer op de mijne richtten. 'My Lady...' Ze aarzelde, wierp een blik om zich heen alsof ze bang was dat iemand haar zou horen en fluisterde toen, serieus als Oprah in een schoenenwinkel: 'Wat is uw naam?'

Oké, ik speelde wel mee. Maar als nu Sean Connery achter de volgende bocht verscheen, wist ik zeker dat ik de moeder aller bizarre dromen aan het dromen was. 'Shannon,' murmelde ik zo duidelijk mogelijk.

Ze vertoonde geen enkele reactie. 'En wat is mijn naam?'

Allemachtig. Misschien was ze dronken - die meid had nooit tegen alcohol gekund. Eén slokje tequila en ze vertrok naar een blond lala-land. Diepe adem... Nee, ik rook geen alcohol. 'Je heet Suzanna.'

Ze boog zich nog dichter naar me toe en schudde haar hoofd langzaam van links naar rechts. Ditmaal leek het haar minder moeite te kosten zichzelf te dwingen me aan te kijken. Het ontging me niet dat de angst die in haar ogen af te lezen was geweest nu werd overschaduwd door medelijden. 'Nee, my Lady.' Haar bedeesde antwoord in dat vreemde accent bracht me van mijn stuk. 'Ik heet niet Suzanna, ik heet Alanna. En u bent niet Shannon, u bent mijn meesteres, Rhiannon, hogepriesteres van de godin Epona, dochter van de MacCallan, verloofd met en spoedig handgebonden aan de hogesjamaan ClanFintan.'

'Gelul.'

'Ik begrijp dat dit moeilijk voor u is, my Lady, maar kom met me mee. Ik zal u helpen u klaar te maken, en dan probeer ik ondertussen uit te leggen hoe dit alles zo komt.' Ze maakte een diep bezorgde indruk terwijl ze mijn gevoelloze lichaam vooruithielp door de gang en door een deur die aan onze rechterzijde op een kier stond.

De kamer die we binnen liepen, deed me denken aan die tv-documentaires die eerst laten zien hoe ruïnes er tegenwoordig uitzien, als een wanordelijke warboel van oude stenen en vervallen zuilen, en dat beeld dan morfen tot een computersimulatie van hoe ze er oorspronkelijk in al hun glorie moeten hebben uitgezien. Deze kamer zag er absoluut uit als zo'n computersimulatie. De vloer en het plafond waren van gepolijst marmer. Ik kon niet goed zien of de gouden gloed in de steen zat of dat hij afkomstig was van de vele fakkels aan de wanden. De symmetrie van de muren werd op veel plaatsen doorbroken door nissen op verschillende hoogtes, die zo te zien rechtstreeks in het steen waren gehouwen. In die nissen brandden kaarsen in vreemd uitziende gouden kandelaars (jeetje, wat maakten gouden accessoires een kamer toch mooi), waardoor de muren de indruk wekten dat ze werden opgelicht door gefacetteerde juwelen.

Aan één muur hing een reusachtige spiegel, met daarvoor een uitgebreide toilettafel. De spiegel was licht beslagen met stoom, die opkringelde uit een diep, helder bad vol water. Dit water kwam in het midden van de kamer uit de vloer omhoog borrelen en liep weg over de rand van het bad in een snel stroompje dat uitkwam in een ander bad in een aangrenzende kamer. De lucht was zo warm en vochtig dat hij aanvoelde als een liefkozing. Alleen in- en uitademen was al voldoende om me te ontspannen, en de geur deed me aan iets denken... 'Dit is een mineraalbron!' Zelfs mijn stem reageerde op het genezende aroma van de kamer, en Suz/Alanna kon me zonder moeite verstaan.

'Ja, my Lady.' Ze leek verheugd dat ik helder genoeg was om de metaalachtige geur van het water te herkennen en redelijk verstaanbaar kon praten (een even grote prestatie als tegelijkertijd te lopen en op kauwgom te kauwen). 'Hier, sta me toe om u uit uw gewaad te helpen.' Dat deed ze, snel en deskundig. Vervolgens gebaarde ze naar me om de stenen treden af te dalen die het stomende water in leidden. Het was diep, maar aan onze kant van het bad zat een stel aangenaam gepolijste zitrichels, en met een zucht zoals alleen een waarlijk vieze persoon kan voortbrengen, zonk ik behoedzaam op een daarvan neer. Met halfgesloten ogen keek ik toe hoe Suzanna/Alanna sponsjes en kleine potjes en flesjes tevoorschijn haalde uit de toilettafel, weer een nieuwe gouden bokaal voor me volschonk met iets donkerroods uit een klaarstaande kan en toen op de rand van het bad bij mijn richel neerknielde.

Dankbaar nam ik de bokaal van haar aan. Toen ik een heerlijke cabernet proefde, zuchtte ik van genot. Toen, alsof ze het elke dag deed, tilde ze mijn vrije arm op en haalde ze er een zeperige spons overheen. Ik gaf een gil en trok me los.

'My Lady, u moet u klaarmaken om uw verloofde te ontvangen.'

'Ik kan...' Slikken, diepe adem. '...best...' Slikken. '...mezelf...' Ademen. '...wassen!' Ik zette de bokaal met een knal naast haar neer en fluisterde verwoed: 'En denk maar niet dat ik vergeet wat voor bizarre lariekoek je me op de gang probeerde wijs te maken, alleen omdat ik zo lekker zit. Ik wil weten wat er aan de hand is. Nú, Suzanna Michelle.' Vriendinnen gebruiken elkaars tweede namen alleen wanneer er zich een crisis voordoet of wanneer het over kinky seks gaat, dus dit moest haar duidelijk maken dat ik het meende.

'Vergeef me, my Lady. Het was niet mijn bedoeling u te ontstemmen of iets voor u achter te houden.' Ze boog haar hoofd en vouwde haar handen ineen over haar borst, alsof ze straf verwachtte.

Ik snapte niet wat er aan de hand was, maar er was hier duidelijk iets mis. Goed, wat het ook was, ik wist zeker dat die heerlijke cabernet zou helpen. Mijn volgende slok verzachtte de pijn in mijn keel en voelde bijna net zo lekker als het warme water tegen mijn lichaam. Nog een slokje - en diep inademen. Suzanna had geen haar bewogen. Oké, als ik het bij fluisteren hield, ging mijn buidelrattenstem misschien lang genoeg mee om deze hele janboel op te helderen. En anders bleef ik doorzuipen tot het me niet meer uitmaakte.

'Suz.' Bij het geluid van mijn fluisterstem kwam haar kin langzaam omhoog. 'Ik ben niet boos, je weet toch wel beter.' Voordat ze haar gelaatsuitdrukking in bedwang kreeg, wist ik zeker dat ik een geschokte uitdrukking op haar gezicht had gezien. 'Maar ik ben wel in de war.' Nog eens diep inademen. Ik schraapte opnieuw mijn keel. 'Begin opnieuw en vertel me waar we zijn.' Die vraag leek me toch eenvoudig genoeg.

'We zijn in uw badzaal in de Hoge Tempel van Epona.'

Mentaal schudde ik mijn hoofd. Ja, vast - een ziekenhuis vernoemd naar een heidense godin, diep in de Bijbelgordel van Amerika? Misschien was mijn vraag niet specifiek genoeg geweest. 'In welke staat?' Nog één of twee bokalen wijn en mijn buidelrat en ik konden de wereld weer aan.

'U lijkt te zijn verwond, my Lady, maar u bent zich opmerkelijk goed aan het herstellen.' Ze keek me aan met de uitdrukking die ik altijd haar lievekonijntjesblik noem.

'Nee, Suz, niet de staat waarin ik verkeer. Ik bedoel, in welke staat bén ik hier?'

Ze bleef me aanstaren met haar konijntjesblik. Zucht.

'In welke van de vijftig Verenigde Staten?' Man, was ik maar in staat om te schreeuwen.

'Bedoelt u onze locatie in de wereld?' Er ging een lichtje branden.

'Ja, mijn beste meid.' Ik ging persoonlijk haar nieuwe recept aan prozac door haar lievelingsbrownies mixen.

'De Tempel van Epona beheert al het land om ons heen. Als hogepriesteres van Epona bent u meesteres van haar landerijen.'

Nou, dat was een hele opluchting. Ik had een psychotische episode, mijn beste vriendin had een zenuwinzinking, maar hé, ik was hier tenminste de meesteres! Zoals de King (en dan bedoel ik Elvis, geen middeleeuws nepkoninkje uit een droomwereld) zou hebben gezegd: 'Thank you, thank you very much.'

'Suzanna, ik wil je niet laten schrikken of overstuur maken en begin alsjeblieft niet te huilen...' Ze is namelijk altijd een huilebalk geweest. '...maar ik heb verdorie geen idee waar je het over hebt.'

'My Lady,' zei ze onzeker, 'misschien komt dat doordat u niet meer in uw eigen wereld bent.'

Dát trok mijn volle aandacht.

'Suzanna, je vertelt me net dat ik hier de meesteres ben en dat mijn verloofde eraan komt. Kun je me uitleggen waar je het in vredesnaam over hebt? O, en schenk alsjeblieft nog wat wijn voor me in, ik heb het gevoel dat ik die zo meteen goed kan gebruiken.'

Ze leek opgelucht om zich van me af te wenden - misschien hielp het haar haar neurotische gedachten op orde te brengen en kreeg ik eindelijk wat opheldering. Het kon eigenlijk best dat dit een ingewikkeld plan was om wraak te nemen voor het feit dat ik vorige maand haar verjaardag was vergeten. (Ik wíst verdorie wel dat ze nog boos was.)

'Het is een gecompliceerd verhaal, my Lady.'

'Suz, als je my Lady en dat soort taal gebruikt, klink je net als Jeannie.' Ze negeerde mijn opmerking - ik kon het niet uitstaan wanneer ze mijn grappen niet snapte. 'Vertel me gewoon in het kort de basispunten, dan probeer ik er wel wijs uit te worden.' En voor jou regelen we zo snel mogelijk professionele hulp.

Verder lezen? Bestel Godin bij vergissing van P.C. Cast

Je winkelwagen

×

Subtotaal