Waargebeurd liefdesverhaal van de auteur van De tatoeëerder van Auschwitz
Cilka Klein is pas zestien als ze in 1942 per trein naar Auschwitz-Birkenau wordt gedeporteerd. Ze springt in het oog bij kampcommandant Schwarzhuber en hij dwingt haar zijn liefje te worden. Als enige vrouw in het concentratiekamp mag zij haar lange haar behouden. Maar na de bevrijding wordt ze gezien als collaborateur en naar een werkkamp in Siberië verbannen. Weer wordt ze op transport gezet. Weer moet ze talloze ontberingen doorstaan. En weer blijven de ogen van een kampbewaarder te lang op haar rusten…
Cilka vindt steeds weer de kracht om zichzelf staande te houden, ook al wordt ze dagelijks met de dood geconfronteerd. En wanneer ze een haar onbekende man, Aleksandr, verpleegt, ontdekt ze dat er ondanks alles ruimte in haar hart is voor liefde.